RijschoolVandaag.nl wenst alle verkeersprofessionals en al onze lezers een veilig en gezond 2018.
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Mon, 01 Jan 2018 00:01:00 +0100
RijschoolVandaag.nl wenst alle verkeersprofessionals en al onze lezers een veilig en gezond 2018.
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Mon, 01 Jan 2018 00:01:00 +0100
Een 9 maanden zwangere vrouw uit Luik maakte op 30 december een oefenritje met haar man. Door een verkeerde manoeuvre belandde ze met de auto in het koude water van de Maas en verdronk.
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Tue, 02 Jan 2018 11:05:00 +0100
De ANWB presenteerde vlak voor de jaarwisseling de filecijfers van 2017. Hieruit blijkt dat de totale filezwaarte, de lengte keer de duur van de file, in Nederland in 2017 met 0,6 procent nauwelijks toegenomen is ten opzichte van 2016…
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Tue, 02 Jan 2018 11:31:00 +0100
De westerstorm die woensdag over Nederland raast zorgt voor gevaarlijke omstandigheden op de weg. Vooral het verkeer in de kustprovincies moet rekening houden met gevaarlijke rijomstandigheden…
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Wed, 03 Jan 2018 09:11:00 +0100
Een dronken vrouw uit Dalfsen heeft vannacht haar rijbewijs in moeten leveren nadat ze, als enige, bij twee verlaten, vastzittende autos verscheen.
Bron: RijschoolVandaag
Publicatie datum: Wed, 03 Jan 2018 09:37:00 +0100
Het Zuid-Limburgse Lenoir Opleidingen neemt Opleidingsinstituut ROC Heerlen over. De twee organisaties organiseerden in 2017 verschillende WRM-bijscholingscursussen. “De overname zat er al een tijdje aan te komen”, stelt Wilco Lenoir, eigenaar van Lenoir Opleidingen. Oprichter John Konsten is sinds 1 januari 2018 gestopt met de werkzaamheden om te zorgen voor zijn zieke vrouw.
Opleidingsinstituut ROC Heerlen is opgericht in 1994 door John Konsten en naar eigen zeggen een van de oudste opleiders van rijinstructeurs in Nederland. De organisatie heeft volgens de oprichter zo’n 500 rijinstructeurs uit de regio opgeleid.
Wilco Lenoir laat weten het opleidingsinstituut met de overname vooral de focus legt op bijscholingscursussen voor rijinstructeurs. Leerlingen kunnen uit een breder aanbod aan cursusonderwerpen kiezen. Er worden ook vaker bijscholingsavonden gehouden, zowel overdag als ‘s avonds.
ROC Heerlen had geen vaste locatie, zegt Lenoir. “Kosten heeft ooit nog les gegeven boven een café. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer, de lessen vinden nu plaats in schoolgebouwen. Lenoir zegt dat als de bijscholingsavonden goed lopen, er een vaste locatie komt. “Wij geven bijscholingscursussen door heel Nederland, ik denk wel verspreid over 15 locaties.”
John Konsten begon ooit als Leraar Motorvoertuig Techniek en werkte voordat hij het opleidingsinstituut oprichtte als examinator van het IBKI (voorheen VAM). “Omdat er in de jaren negentig in Zuid-Limburg nog geen opleider zat, ben ik begonnen met het opleiden van rijinstructeurs.” Konsten schat dat zo’n 70 procent van de rijinstructeurs in Zuid-Limburg het vak bij hem hebben geleerd.
Konsten stopt zijn werkzaamheden als docent om voor zijn zieke vrouw te zorgen, voor wie hij momenteel mantelzorger is. Voor klanten van ROC Heerlen verandert niet veel, zij kunnen als vanouds bijscholingsavonden volgen in Klimmen.
Lees ook: Rijscholen moeten premiekorting oudere werknemer gaan voorfinancieren
Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Thu, 11 Jan 2018 09:54:25 +0000
De brancheverenigingen, het CBR, de LBKR en de opleidingsinstituten: allemaal hebben ze hun eigen visie op wat er veranderd moet worden aan de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen. Al dan niet opgesteld in een document en verstuurd aan de politiek, in de hoop dat Den Haag het advies ter harte neemt. RijschoolPro hield afgelopen zomer een enquête onder haar lezers waarin ook de WRM aan bod kwam. We maakten een overzicht: hoe zou het advies van de lezers van RijschoolPro eruit komen te zien?
In aanloop naar de aanpassing van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM), onderzocht RijschoolPro (voorheen VerkeersPro) wat haar lezers graag zien veranderen aan deze wet. De enquête is verstuurd naar de ruim 10.000 nieuwsbrief-abonnees van RijschoolPro. 2.466 professionals uit de branche, voornamelijk rijschoolhouders en rijinstructeurs, namen deel aan het onderzoek. Bij de vragen uit de enquête was het mogelijk een toelichting te geven. De belangrijkste uitkomsten op een rij:
Instroomeisen
Een meerderheid van de rijschoolbranche (60 procent) vindt dat een rijinstructeur geen beginnende bestuurder mag zijn. Daarnaast vindt een groot deel dat een rijinstructeur de Nederlandse taal goed moet beheersen (71 procent) en minstens een mbo-opleiding moet hebben gevolgd (79 procent).
Quote van een respondent: “Stel dezelfde eisen aan rijinstructeurs als bij de begeleiderspas van 2toDrive: minimaal vijf jaar een rijbewijs en geen heftige overtredingen in het verleden hebben gemaakt.”
In het onderzoek heeft maar liefst 79 procent aangegeven dat de eis voor de vooropleiding moet worden verzwaard tot minstens mbo-niveau. Ruim een derde vindt dat dit zelfs minstens mbo niveau 3 moet zijn, al zien veel instructeurs zelfs graag mbo 4 of hbo als eis worden ingevoerd. Lees hier het artikel.
Aan het oefenen om instructie te geven voor je op stage gaat, wordt geen aandacht besteed.”
Opleiding en stage
De opleidingen tot rijinstructeur worden met een voldoende beoordeeld door de geënquêteerden, maar veel rijinstructeurs vinden dat de opleiding niet genoeg aansluit op de praktijk. Dit komt overeen met het gezamenlijke advies van brancheverenigingen VRB, FAM en Bovag. Bijna 40 procent van de ondervraagden vindt daarnaast dat het aantal stage-uren tijdens de opleiding omhoog moet.
Quote van een respondent: “De praktijk wordt te kort behandeld. De nadruk lag tijdens mijn opleiding voornamelijk op het behalen van de IBKI-examens maar aan het oefenen om instructie te geven voor je op stage gaat, wordt geen aandacht besteed.” Lees hier het artikel.
Bijscholing en sanctie
Er moet een andere invulling gegeven worden aan de praktische bijscholing. Van de Nederlandse rijinstucteurs is 56 procent van mening dat praktijkbegeleiding in huidige vorm moet worden afgeschaft. Volgens deze rijinstructeurs staat deze praktische bijscholing ver van de realiteit. Wel staan ze open voor ‘echte’ begeleiding.
Ik geloof eerder in een autoriteit die op grond van prestaties, klachten, VOG, boetes, etcetera een instructeur kan schorsen.
Rijinstructeurs die vóór een sanctiemogelijkheid zijn (42 procent), willen dat er meer naar het totaalplaatje wordt gekeken, in plaats van alleen het presteren tijdens een praktijkbegeleiding. Bij het sanctioneren zou bijvoorbeeld ook het slagingspercentage en klantenbeoordeling moeten meewegen. Dit sluit aan op het kwaliteitsregister dat LBKR wil invoeren. FAM, Bovag en VRB willen onder meer dat de praktijkbegeleiding voortaan wordt afgelegd met echte rijbewijsleerlingen. Om een toneelstukje te voorkomen, adviseren zij dynamische lesonderdelen te hanteren.
Quote van een respondent: “De vraag is of dit de manier is om instructeurs die niet deugen aan te pakken. Ik geloof eerder in een autoriteit die op grond van prestaties, klachten, VOG, boetes, etcetera een instructeur kan schorsen of iets dergelijks.” Lees hier het artikel.
Inkomen
Een ruime meerderheid van de rijinstructeurs is ontevreden over zijn inkomen. 60 procent van de rijinstructeurs en rijschoolhouders vindt dat hij te weinig verdient. Bij rijinstructeurs in loondienst ligt dit percentage nog hoger: daar gaat het om maar liefst 79 procent.
Omdat ik in onze kring al één van de duurdere ben, kan ik niet omhoog met de lesprijs
Het grootste deel hanteert een lesprijs tussen de 41 en 45 euro per uur. Toch zit nog ongeveer een derde onder de 40 euro. In een toelichting geeft verreweg het merendeel van de respondenten aan de lesprijs niet te kunnen verhogen vanwege de grote concurrentie in de regio.
Quote van een respondent: “Ik zit al zeven jaar op dit tarief (41 tot 45 euro) maar omdat ik in deze kring al één van de duurdere ben, kan ik niet omhoog. Ik zou richting de 50 euro moeten gaan voor 60 minuten.” Lees hier het artikel.
ADAS
Rijondersteunende systemen in de auto, zoals cruise control en parkeerhulp, zouden een onderdeel moeten zijn van de rijles. Op de vraag ‘Moeten rijinstructeurs hun cursisten leren over Advanced Drivers Assistance Systems (ADAS)?’ antwoordt maar liefst 78 procent met ‘ja’. Quote van een respondent: “Ja, in combinatie met aandacht voor veiligheid. Leerlingen moeten leren dat ze niet ‘op de rij-ondersteuning’ moeten rijden, maar zélf verantwoordelijkheid moeten nemen.”
Opvallend is dat de instructeurs minder enthousiast worden van het idee om ADAS verplicht te stellen in het praktijkexamen van het CBR. 39 procent vindt dit een goed idee. Quote van een respondent: “Dit hoor je tijdens de opleiding te leren. Als je dit wilt toetsen kost het meer examentijd en nog niet elke auto is met alles uitgerust. Voor nu ‘nee’ maar in de toekomst een ‘ja’.” Lees hier het artikel.
Examinatoren
Het merendeel van de rijinstructeurs is positief over de kwaliteit van de CBR-examinatoren. 67 procent vindt het functioneren van de examinatoren ‘voldoende’ en bijna een kwart geeft zelfs ‘goed’ als antwoord. Opvallend is dat hoe ouder de instructeur is, des te positiever hij of zij is over de examinator. Wel geven rijinstructeurs aan dat er per examinator soms nog te veel verschillen bestaan in manier van werken. Lees hier het artikel.
Wachttijden CBR
De rijschoolbranche ziet veel verschillende mogelijkheden om de lange wachttijden bij het CBR aan te pakken. Toch denkt ook ruim een derde dat dit probleem niet is op te lossen: het is nu eenmaal moeilijk vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.
Toch zien rijinstructeurs ook kansen om de lange reserveringstermijnen tegen te gaan. Zo vinden velen het een goed idee dat de rijschool direct moet betalen bij het reserveren van een examen. Ook zien ze liever dat de examens alleen nog maar op naam kunnen worden gereserveerd. Lees hier het artikel.
Lees ook de aanbevelingen van LBKR en die van de drie brancheverenigingen. Het CBR komt binnenkort met een advies.
Bron: Verkeerspro Auteur: Nadine Kieboom Publicatie datum: Thu, 11 Jan 2018 10:24:40 +0000 Read MoreEen realistisch scenario: de rijinstructeur geeft les en ziet plotseling een politievoertuig met zwaailichten en geluidssignalen in de binnenspiegel dichterbij komen. Wat wordt er wel en niet verwacht van een (aspirant) bestuurder in een dergelijke situatie? RijschoolPro sprak met politie-rijinstructeur en rijschoolhouder Mark Jansen. “Het voor laten gaan van een voorrangsvoertuig mag nooit leiden tot gevaarlijke situaties. Er wordt van níemand verwacht dat halsbrekende toeren worden uitgehaald.” Zes tips op een rij.
Sommige voorrangsvoertuigen maken onderweg vervelende en gevaarlijke situaties mee. Vaak omdat bestuurders niet precies weten wat er van hen verwacht wordt. Politie-rijinstructeur Mark Jansen, die dagelijks actief is op Twitter en Facebook, vertelt: “Een veelvoorkomend tafereel is wanneer bestuurders (en voetgangers) op het allerlaatste moment een zekere ‘drive’ krijgen om nét nog even over te steken of nét nog even ‘hun dingetje’ te doen.”
De meest bekende voorrangsvoertuigen zijn politiewagens, ambulances en brandweerwagens. Ook andere hulpdiensten beschikken over voorrangsvoertuigen, zoals het Rode Kruis, Stichting Sanquin (bloedtransport), ProRail, Arrestantenvervoer en verschillende andere instanties.
Goede voorlichting en waarschuwingssystemen lijken succesvolle oplossingen om de omgang met voorrangsvoertuigen te verbeteren. Dat stelde het Instituut Fysieke Veiligheid enkele jaren geleden. Het instituut hield een grootschalige enquête waaruit bleek dat 60 procent van de automobilisten wel eens moeite heeft met een voorrangsvoertuig snel en veilig voor te laten. Maar liefst 90 procent van de respondenten gaf aan behoefte te hebben aan voorlichting.
Zeker een beginnende leerling kan in paniek raken wanneer hulpdiensten met optische signalen en geluidssignalen naderen. Bespreek daarom van te voren wat de regels en afspraken zijn, zodat de leerling verschillende scenario’s kan bedenken om zo de situatie veilig op te lossen. Jansen geeft aanvullend advies: “Het gebruik van instructiemiddelen, zoals een tablet met verkeersschetsen, kan hierbij duiding geven.”
Bestuurders moeten zich ook in dit soort noodgevallen aan de verkeersregels houden. Het is niet toegestaan om de maximumsnelheid te overschrijden of even door rood licht te rijden om ruim baan te maken. Als er geen ruimte is, rijd dan door met dezelfde toegestane snelheid. Het is namelijk belangrijk dat de bestuurder zich zo voorspelbaar mogelijk gedraagt.
Politieagent Jansen zegt dat even snel door rood rijden een veelvoorkomende fout is, ook al bedoelen veel bestuurders het goed. “Bestuurders trachten vrijbaan te maken, maar het werkt vaak averechts.” Jansen geeft ook een concrete tip aan bestuurders die stilstaan bij een verkeerslicht. “Vaak is het bij een rood verkeerslicht al voldoende ietsjes naar voren te rijden en zijdelings ruimte te creëren.”
Voorrangsvoertuigen mogen wél afwijken van de verkeersregels, mits dit de uitoefening van hun taak bevordert. Bijvoorbeeld in het geval waarbij een mens in een levensbedreigende situatie verkeert. Of bij het voorkomen van een levensbedreigende situatie en een ernstige verstoring van de openbare orde. Blijf dus altijd alert.
Stel de leerling rijdt op een voorrangsweg en er komt een voorrangsvoertuig uit een van de zijstraten, dan moet de leerling dat voertuig voor laten gaan. Het maakt daarbij niet uit of de bestuurder zelf op de voorrangsweg rijdt.
Voorrangsvoertuigen met zwaailichten en geluidssignalen volgen strenge richtlijnen. Dit soort voertuigen mogen met toestemming van de meldkamer in beperkte gevallen gebruikmaken van de signalen.
Dit geldt voor de leerling én de rijinstructeur. Het is heel gevaarlijk om plotseling te remmen. Vervolg de weg en wacht tot er op een veilige manier ruimte gemaakt kan worden. Oordeel zelf als instructeur of de leerling de situatie zelf kan oplossen, of dat er een handje geholpen moet worden. “Ik leg steevast een hand op het stuur. Dan weet ik zéker dat ik bij een paniekreactie van mijn cursist op tijd ben met een eventuele ingreep,” aldus Jansen. Uiteindelijk blijft de instructeur de juridische bestuurder.
Volgens Jansen is het een veelvoorkomend probleem. “Het zal niet voor het eerst zijn dat vanuit een paniekreactie aanrijdingen ontstaan door het trachten voor te laten gaan van een voorrangsvoertuig.”
Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat bestuurders het voorrangsvoertuig laat opmerken, vooral als deze van achteren nadert. Het is daarom belangrijk dat er voldoende gescand wordt. Stilstaan betekent niet dat de leerling niet meer op hoeft te letten, er kan zich altijd nog een gevaarlijke situatie voordoen. De bestuurder moet natuurlijk zorgen voor genoeg ruimte tussen hem en de voorligger.
Heb je het voorrangsvoertuig al opgemerkt en nog voldoende tijd over, betrek dan de leerling bij het lokaliseren van het voertuig. Dat adviseert Jansen. “Kauw niet alles voor!”
Daarnaast werkt een koptelefoon en een dikke basspipe in de kofferbak niet mee aan het opmerken of waarnemen van een naderend voorrangsvoertuig, zo stelt Jansen. “Het gevaar voor paniekreacties ligt vervolgens op de loer. Het niet hands-free gebruik van de GSM is inmiddels dermate actueel en meer dan belicht, maar let wel op.”
Wijk alleen uit naar verharde weggedeelten, zoals parkeerhavens. Het kan wel een instinctieve reactie zijn om gelijk naar de berm uit te wijken, maar dit kan heel gevaarlijk zijn, zeker op provinciale wegen. Is er geen ruimte om uit te wijken? Blijf dan op de weg rijden met de maximaal toegestane snelheid en houd daarbij zoveel mogelijk rechts. De bestuurder van het voorrangsvoertuig zoekt zelf wel een geschikt moment om in te halen.
Rijd de bestuurder op een rotonde, blijf dan als dat mogelijk is, de rotonde volgen totdat het voorrangsvoertuig de rotonde heeft verlaten. Dit kun je scharen als een extra rondje van de zaak.
Lees ook:
Het landelijke slagingspercentage voor het B-examen lag in 2017 op 50,3 procent. Dat laat het CBR desgevraagd aan RijschoolPro weten. Hiermee stijgt het slagingspercentage met 0,3 procent ten opzichte van 2016. Het slagingspercentage voor het herexamen lag afgelopen jaar een fractie hoger dan het eerste examen, namelijk 50,5 procent.
Volgens voorlopige cijfers nam het CBR In in het voorbije jaar 219.036 eerste B-examens af. Examinatoren namen ook massaal weer herexamens af, in totaal 187.018. Daardoor kwam het totale aantal examens voor het B-rijbewijs vorig jaar uit op 406.054.
Dat is een toename in vergelijking met het jaar ervoor. Toen nam de divisie rijvaardigheid in totaal 394.826 auto-examens af. In 2017 waren dat er dus 11.228 meer. Deze stijgende lijn houdt het CBR al een aantal jaar vast, want in 2012 nam het CBR nog 534 duizend B-examens af. Hoewel de wachttijden van het CBR nog steeds hoog zijn, neemt het toetsingsorgaan toch steeds meer examens af.
Er werden in het afgelopen jaar ook meer tussentijdsetoetsen (TTT) afgelegd. In 2016 nam het CBR 88.180 TTT’en af. Afgelopen jaar waren dit er met 92.714 maar liefst 4.534 meer.
Lees ook:
Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Mon, 15 Jan 2018 08:34:07 +0000
De populairste WRM-bijscholing van het afgelopen jaar was ‘Alcohol, drugs, en medicijnen in het verkeer’. In 2017 werden er 6.837 verplichte theoretische WRM-bijscholing gevolgd, zo blijkt uit een data-analyse van IBKI-cijfers door RijschoolPro. In 2016 was ‘Coaching en feedback’ nog het meest gevolgde cursusonderwerp.
Uit de IBKI-cijfers blijkt dat er afgelopen jaar bijna 700 minder WRM-bijscholingen gevolgd werden dan twee jaar ervoor. In 2015 was ‘Het RVV’ nog het meest gevolgde cursusonderwerp.
Rijinstructeurs volgen elke vijf jaar zes dagdelen van drie uur aan theoretische bijscholing. De instructeurs zijn vrij in het kiezen van de onderwerpen. Dezelfde cursus twee of meer keer volgen in de geldigheidsperiode van het certificaat is niet toegestaan. Dit zijn de top vijf van meest gevolgde bijscholingsonderwerpen:
1. ‘Alcohol, drugs en medicijnen in het verkeer’, 12 procent
2. ‘Het RVV’, 12 procent
3. ‘Faalangst’, 11 procent
4. ‘Coaching en feedback geven’, 10 procent
5. ‘Autisme en AD(H)D en aanverwante stoornissen tijdens de rijles’, 4 procent
Hoewel de top vijf de afgelopen twee jaar vrijwel ongewijzigd is, vond er wel een wisseling in volgorde plaats. ‘Coaching en feedback geven’ stond in 2016 nog op nummer één, terwijl deze in het voorbije jaar is gedaald naar de vierde plek.
Het IBKI monitort de ontwikkelingen van de bijscholingsonderwerpen. De gegevens worden aan de Centrale Examen Commissie (CEC) voorgelegd. Zij beslissen op basis van deze achtergrondinformatie of de cursusonderwerpen al dan niet verlengd worden. Hierbij kijkt de CEC naar deelnamecijfers, actualiteit en relevantie. In 2017 waren er geen bijscholingen die niet werden verlengd.
Onlangs kondigde het IBKI aan drie nieuwe bijscholingsonderwerpen toe te voegen aan het scala. Rijinstructeurs die hun WRM-bevoegdheidspas willen verlengen kunnen vanaf volgend jaar de cursussen ‘Veiligheid en autotechniek,’vademecum CBR’ en ‘Talking Traffic’ volgen. Het IBKI biedt de onderwerpen aan van 2018 tot 2021.
Rijinstructeurs kunnen naar verwachting vanaf medio april kiezen uit deze cursussen, afhankelijk van van welke aanbieders met de onderwerpen aan de slag gaan en hoe snel ze de cursussen ontwikkelen. IBKI maakt steeds bekend welke aanbieders gecertificeerd zijn.
Lees ook: Definitief drie nieuwe bijscholingsonderwerpen IBKI 2018
Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Mon, 15 Jan 2018 14:40:59 +0000
Recente reacties