Er is een nieuw protocol voor het meten van CO2-uitstoot van auto’s. Deze Worldwide Harmonized Light Vehicle Test Procedure (WLTP) heeft als voordeel dat de uitkomsten veel realistischer zijn, maar heeft ook tot gevolg dat nieuwe auto’s honderden tot zelfs duizenden euro’s duurder kunnen worden.
Sinds 1 september 2017 krijgen nieuw op de markt komende autotypes een goedkeuring met de WLTP-test. Vanaf 1 september 2018 is de nieuwe testmethode verplicht voor alle nieuw verkochte modellen met uitzondering van series waarvan een nieuw model in binnenkort wordt geleverd. Met ingang van 1 september 2019 moeten alle nieuw verkochte voertuigen beschikken over de WLTP-test.
De uitstootwaarden zullen bij de nieuwe test naar verwachting hoger uitvallen dan bij de vorige test (NEDC). Omdat de BPM wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot, zullen de consumentenprijzen stijgen. Dat heeft dus ook gevolgen voor de bijtelling voor de zakelijke rijder. Wel wordt er een overgangsfase gehanteerd in 2017 en 2018, waarbij de huidige BPM-tabellen nog worden gebruikt. Na 1 januari 2019 volgt er een nieuw tabel.
Vraag naar benzine
Stefan van der Sanden van Lesautolease.nl vermoedt dat de gevolgen nog niet helemaal zijn doorgedrongen tot ondernemers in de rijschoolbranche. “Ter illustratie: met de nieuwe WLTP-regeling wordt de Ford Fiesta diesel bijvoorbeeld 1500 euro duurder qua BPM. Daardoor wordt de auto ook duurder. Rijschoolhouders die privé ook met deze auto rijden, gaan dus ook over een duurdere auto bijtelling betalen. Dat zijn geen mega bedragen, maar het stapelt zich wel op.”
Wel merkt hij dat het verschil tussen de vraag naar een benzine- en dieselauto in de rijschoolbranche steeds kleiner wordt. “Steeds meer mensen stappen bij ons over van diesel naar benzine. Gemiddeld is het vanaf 40.000 kilometer per jaar nog steeds interessanter om een diesel te rijden, maar voor rijschoolhouders die hieronder blijven, is benzine meestal een beter alternatief. Zeker voor ondernemers die niet fulltime rijles geven. Het voordeel van benzine is dat de auto, los van de investering, ook in de bijtelling een stuk lager is.”
‘Wacht niet te lang’
Van der Sanden adviseert rijschoolhouders die willen overstappen op een andere auto, te kiezen voor een auto met een datum eerste toelating van voor 1 september 2018. “Ook kunnen ze beter niet te lang wachten met de aanschaf van een andere lesauto. De keuze wordt namelijk steeds beperkter omdat je afhankelijk bent van de voorraad. Als iemand nu nog een nieuwe Ford Fiesta wil aanschaffen, dan kan dat wel, maar alleen met de nieuwe WLTP-regeling.” Om in te spelen op de WLTP, heeft Van der Sanden op voorhand al extra auto’s ingekocht die nog niet onder de nieuwe regeling vallen.
Het wordt tijd dat de automaatcode verdwijnt en er één rijbewijs komt voor zowel automaat- als schakelauto’s. Aangezien steeds meer modellen hybride of elektrisch worden uitgevoerd -dus met automatische versnellingsbak- begint code 78 achterhaald te worden. Dat stelt Reggy Heijens, directeur van Blom Verkeersschool. Het bedrijf viert vrijdag zijn vijftigjarig bestaan, reden voor RijschoolPro om een bezoek te brengen aan de hoofdlocatie in Etten-Leur.
De partytenten staan al klaar voor het grote feest dat vrijdagavond zal plaatsvinden. Maar er wordt er nog hard gewerkt op het terrein. Ook de 76-jarige Rinus Blom werkt op deze dag, met een temperatuur van bijna 30 graden, hard mee aan de opbouw. Niet alleen voor het jubileumfeest; er vindt komend weekend ook een groot paardensportevenement plaats, letterlijk in zijn achtertuin. De oprichter van Blom Verkeersschool is namelijk een groot paardenliefhebber en is in bezit van een mooie wedstrijdlocatie voor dit hippisch evenement.
Zijn netwerk in de paardenwereld heeft bijgedragen aan de groei van de verkeersschool: veel paardeneigenaren hadden een extra rijbewijs nodig om hun dieren te vervoeren. Blom biedt daarom een unieke opleiding aan die volledig is gericht op het vervoer van paarden. Dit jaar werd Rinus Blom benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De onderscheiding kreeg hij onder meer vanwege zijn bijdrage aan het verbeteren van het vervoer van paarden. Ook heeft de verkeersschool meegeholpen aan de werkgelegenheid in de regio.
Blijven investeren
Terug naar het jubileum. In 1968 nam Rinus Blom een rijschool in Etten-Leur over. Met hulp van zijn vrouw begon hij met de B-categorie. Zoals bij veel grotere rijscholen groeide zijn bedrijf met meerdere opleidingen. Dat had mede te maken met veranderende wetgeving en de komst van nieuwe rijbewijzen, zoals E. “Rinus heeft hier altijd goed op ingespeeld en is blijven investeren”, vertelt Reggy Heijens, de neef van de oprichter en sinds tien jaar directeur van Blom. “Rinus wilde altijd al voorop lopen.”
Blom verhuisde van een rijtjeshuis in Etten-Leur naar een vrijstaande woning binnen het dorp. Daar kon hij zijn voertuigen kwijt en bouwde hij een theorielokaal. Rond 1980 verhuisde hij, samen met het bedrijf, naar een boerderij die volledig werd gerenoveerd. Begin jaren negentig stapte hij over op een pand op een bedrijventerrein in Etten-Leur. Daar is het bedrijf nog steeds te vinden, al heeft het kantoor wel een grote opmaakbeurt gehad.
Heijens was zelf voorheen werkzaam bij de Rabobank. In 2001 maakte hij de overstap naar de verkeersschool, vertelt hij: “Ik heb eerst met de verschillende facetten van het bedrijf kennis gemaakt. Rijinstructeur ben ik overigens niet.” Zo’n tien jaar geleden nam hij de meeste taken over van zijn oom en werd hij directeur.
Ruimte gezocht
Buiten Etten-Leur heeft de verkeersschool een kantoor in Tilburg en in Breda. Net als veel andere grote rijscholen, is qua locatie het maximaal haalbare nu wel bereikt. “We kunnen geen kant meer op”, zegt Heijens. “We hebben hier in Etten-Leur 6.000 vierkante meter en ons oefenterrein, een kilometer verderop, is 18.000 vierkante meter. Ik heb nog onderhandeld met de buren, maar ze hebben geen interesse in verkoop van hun grond. Natuurlijk zouden we deze twee locaties graag samenvoegen, maar waar kun je daar ruimte voor vinden? Ja, ik ken wel mooie locaties, maar die zijn niet te betalen.”
Daarom probeert de verkeersschool de huidige locaties zo goed mogelijk te benutten. Op het oefenterrein aan de Hoevenseweg komt een nieuw kantoorgebouw te staan met een ruimte voor de lesvoertuigen. Die ruimte wordt overigens multifunctioneel, waarbij Heijens rekening houdt met de toekomst: “Als het nodig is kunnen we er ook nog meer leslokalen en kantoren van maken. Nu is er nog een grote vraag naar vrachtwagenchauffeurs. Een consument bestelt een product via internet, en de bezorger komt tot drie keer toe langs huis om het pakket af te leveren. Dat kan nooit lang meer doorgaan want het is niet rendabel. Misschien bestellen consumenten over tien jaar hun product niet meer via internet maar maken ze het zelf met een 3D-printer. Dan zijn er uiteindelijk minder chauffeurs nodig.”
Zelfrijdend
Zo houdt Heijens ook de ontwikkelingen op het gebied van autonoom vervoer nauwlettend in de gaten. “De volledig zelfrijdende auto laat nog wel even op zich wachten, maar ik denk dat het beroep van een vrachtwagenchauffeur er over tien jaar al anders uit kan zien.” Hij noemt truck platooning als voorbeeld, waarbij vrachtauto’s in colonne met elkaar zijn verbonden en autonoom kunnen rijden. “Chauffeurs zullen nog heel lang nodig zijn, maar hun werkzaamheden komen er anders uit te zien. Ze worden meer een procesoperator. Dat heeft ook gevolgen voor de opleiding.”
In hoeverre het ministerie en het CBR voldoende inspelen op de ontwikkelingen, is voor Heijens niet helemaal duidelijk. “Maar ik weet zeker dat ze ermee bezig zijn. Het is alleen lastig schakelen: ook het CBR is gebonden aan sturing vanuit het ministerie. Ook zijn er veel lagen binnen de organisatie. Zelf kunnen we ook niet verder vooruit kijken dan vijf jaar. Maar het is wel van belang dat het CBR tijdig laat weten wanneer er nieuwe eisen komen. Dan kunnen wij daar ook rekening mee houden met onze lesvoertuigen.”
Op het gebied van elektrisch en hybride rijden, verlangt de Heijens wél snel actie van het CBR. “We moeten ons niet meer focussen op handgeschakelde auto’s. Wat mij betreft stelt het CBR als eis dat vanaf 2028 alle lesvoertuigen elektrisch zijn. Dan hebben we in ieder geval duidelijkheid, want een nieuwe vrachtauto gaat gerust acht tot tien jaar mee.” Ook vindt hij dat de automaatcode moet worden afgeschaft. “De code is achterhaald. Steeds meer auto’s worden elektrisch of op zijn minst hybride. De ontwikkelingen gaan hard. We moeten hier in ieder geval zo snel mogelijk duidelijkheid over krijgen.”
Infrastructuur
Vooruitkijkend op de toekomst van Blom, constateert hij wel een steeds groter probleem. “We worden nu op drie manieren in onze groei beperkt: een gebrek aan personeel, een gebrek aan examencapaciteit maar ook een beperking op het gebied van infrastructuur.” Het wordt volgens Heijens steeds lastiger om met de vrachtauto verschillende soorten situaties te oefenen, aangezien in veel gebieden in dorpen en steden de vrachtwagen wordt geweerd. Ook op de snelweg staat het vast.
“Ook voor een examen is het belangrijk om verschillende soorten situaties te oefenen. We zouden graag een ontheffing willen krijgen, maar hiervoor hebben we te maken met lokale politiek. Er lopen hier wel gesprekken over. Maar om te voorkomen dat elke rijschool afhankelijk is van een lokaal college, zou het heel fijn zijn als dit landelijk wordt geregeld. Het liefst met hulp vanuit de branchevereniging en het CBR.” Vrijdag, tijdens het jubileumfeest, hoopt de directeur een aantal van deze punten aan te kaarten. “Ik moet toch iets roepen he?”, lacht Heijens.
Dat het best uniek is, beseft hij wel. ‘Een ander zou stoppen op deze leeftijd, maar ik ga er juist mee beginnen.’ Vorige week woensdag is de 73-jarige Ton Bruijs uit Oosterhout geslaagd voor zijn motorexamen. Leuk detail: zijn instructeur, Cees Ligtvoet van Verkeersschool Willem Verboon, is 75 lentes jong.
“Pas je daar nog in?”, grapt Ton Bruijs wanneer zijn instructeur zich in het motorpak hijst. Het is duidelijk dat het goed klikt tussen de twee. Bruijs en zijn instructeur Cees Ligtvoet, beiden uit Oosterhout, zijn een mooi duo. Niet alleen vanwege de leeftijd, maar ook vanwege hun passie voor het motorrijden én hun gevoel voor humor.
‘Die berg is van mij’
Voor de motorliefhebbers is het een bekend gegeven: motorrijden betekent vrijheid. Ook voor Bruijs. “Op de motor ben je meer onderdeel van de natuur”, vertelt Bruijs. “De temperatuur, de geluiden, de wind door je haar. Nouja, bijna dan.” Zijn instructeur knikt ondertussen instemmend. “Ik heb 40 jaar lang op de racefiets gezeten en reed in mijn topjaren tot 14.000 kilometer per jaar”, vervolgt de Oosterhouter. Als ik met mijn fiets bovenop een berg in de Alpen stond, voelde dat als een overwinning, alsof die berg van mij was. Met de auto heb ik dat niet, dan voel ik me slechts toeschouwer achter het raam. Maar met de motor komt dat gevoel dichtbij.”
Dat het niet vanzelfsprekend is om als 73-jarige nog het motorexamen af te leggen, blijkt uit cijfers van het CBR: in 2017 haalden slechts acht personen van boven de 70 het motorrijbewijs. De oudste was 72 jaar. Toch is het wel te verklaren dat Bruijs deze stap zet. Het deelnemen aan het verkeer is zijn hobby. Hij was in het verleden vrachtauto-examinator aan de militaire rijschool in Keizersveer. Momenteel levert hij voor een Ford-dealer leaseauto’s af bij klanten.
Achtjes maken
Toch reageerde de familie van Bruijs niet direct enthousiast op zijn motorplannen. Dat veranderde toen ze hem op de motor zagen rijden: “Mijn zoon kwam een keer kijken tijdens een les. Hij stond hier bij het hek. Na de les zei hij: pa, het gaat eigenlijk helemaal nog niet zo slecht. Achtjes maken en de u-turn gaan me ook makkelijk af. Misschien komt dat vanwege mijn ervaring op de racefiets. Maar, alleen al vanwege mijn kinderen, kàn en zàl ik geen gekke dingen doen op de motor.”
Met het rijbewijs op zak, kan hij op zoek gaan naar een mooie motorfiets. Bruijs heeft er al een op het oog: “Een Triumph Street Twin. Een retro-model. Dat past wel bij mij”, lacht hij.
Jij, stoppen?
Instructeur Cees Ligtvoet geeft al 47 jaar les. Hij is ‘bijna 76′ en moet volgend jaar weer een praktijkbegeleiding afleggen. “Dan heb ik mijn lesbevoegdheid tot en met mijn 80e”, vertelt Ligtvoet. “Daarna ga ik er maar mee stoppen.” Al denken zijn collega’s daar anders over. “Ja, ja’, roepen ze dan. ‘Jij stoppen? Ik geloof er niks van’.”
Ligtvoet is in dienst bij Verkeersschool Willem Verboon en werkt daar als invaller om de drukte op te vangen. “Eigenlijk voor een paar lessen in de week, maar er is momenteel heel veel vraag naar motorrijles. In de praktijk ben ik hier bijna een volle werkweek.” Ligtvoet heeft overigens nog even te gaan voordat hij de oudste rijinstructeur van Nederland is, blijkt uit navraag bij IBKI. De recordhouder met geldige bevoegdheid is inmiddels 87 jaar oud.
‘Nog nooit meegemaakt’
Willem Verboon heeft zelf in 32 jaar tijd al veel langs zien komen in de rijschoolbranche. “Er zijn natuurlijk veel zeventigers die nog motorrijden. Maar dat iemand op die leeftijd aan zijn motorrijbewijs begint, heb ik nog nooit meegemaakt”, vertelt de ondernemer. “Als mensen al op latere leeftijd beginnen aan het motorrijden, dan zijn ze meestal een eindje in de vijftig.” Verboon kan de keuze van de Oosterhouter wel waarderen. Hij ziet er ook geen enkel probleem in. “Hij moet gewoon aan dezelfde eisen voldoen als iedere bestuurder. Dat geldt uiteraard ook voor de rijinstructeur.”
Een rijinstructeur is samen met een leerling op de A4 ternauwernood ontkomen aan een botsing met een spookrijder. Toen zij bij Den Haag de snelweg verlieten, kwam een auto hen tegemoet in de bocht van de uitvoegstrook. De instructeur kon net op tijd ingrijpen.
“We verlieten de A4 en zagen de auto op ons afkomen. We schrokken ons rot”, vertelt rijinstructeur Tolga Cav van rijschool Delfin aan Omroep West. “Wij reden nog met 70 à 80 kilometer per uur en de andere auto zeker 60 kilometer per uur. Het was levensgevaarlijk.”
Volgens Cav was de leerling geshockeerd. De instructeur kon door een greep aan het stuur de tegenligger ontwijken en heeft vervolgens de lesauto aan de kant gezet. Daar heeft hij de leerling gerustgesteld. “Ik ben blij dat het niet al te druk was op de snelweg. Die gast uit de andere auto zou er nog een paar lessen bij moeten krijgen.”
Beelden
De politie gaat kijken of het kenteken van de auto is te achterhalen. De instructeur krijgt overigens de complimenten van de politie. “Ze zijn echt door het oog van de naald gekropen”, aldus de woordvoerder tegenover de omroep.
De rijinstructeur heeft beelden vrijgegeven van het voorval:
Het aantal afgenomen praktijkexamens voor vrachtauto is in 2017 gestegen met 24 procent. Ten opzichte van de andere categorieën is de vraag naar het C-rijbewijs veruit het meest gestegen. Dat blijkt uit het jaarverslag over 2017 dat het CBR dinsdag heeft gepubliceerd. Het exameninstituut laat weten dit jaar 112 extra examinatoren te werven, naast de 60 die vorig jaar aan de slag gingen.
In 2016 werden er nog 11.432 praktijkexamens afgelegd voor de vrachtauto. Vorig jaar steeg dat aantal naar 14.215. Deze stijging heeft volgens het CBR te maken met de groei van de economie en de grote vraag naar beroepschauffeurs.
Bij het T-rijbewijs is er een stijging te zien van maar liefst 23 procent, al gaat het hier wel om een kleinere groep: vorig jaar werden 4.649 examens afgelegd. Bij taxi gaat het om een stijging van 12 procent en bij de busexamens 13 procent ten opzichte van 2016. Bij personenauto is er net als vorig jaar een stijging van 3 procent te zien.
‘Intensief jaar’
Het CBR noemt 2017 ‘een intensief jaar’. Oorzaak was de inspanning om de reserveringstermijnen binnen de norm te krijgen en tegelijkertijd te werken aan een nieuwe, op de toekomst voorbereide organisatie. “Enerzijds gaat het er om te innoveren en samen met de brancheorganisaties de branche te professionaliseren, anderzijds moet het lopende werk, met de reserveringstermijnen die daar bij horen, niet uit het oog worden verloren”, aldus het CBR in het jaarverslag.
Net als in 2016 werden nieuwe examinatoren voor de beroepsexamens aangetrokken. Uit zo’n 6.000 sollicitanten zijn uiteindelijk meer dan zestig nieuwe examinatoren geselecteerd. Deze zijn gedurende het jaar ingestroomd en opgeleid. Toch gaat het wervingsproces langzamer dan gehoopt. Dat heeft te maken met de specifieke functie-eisen voor een examinator bij de divisie CCV. “Ondanks het overwerk van examinatoren en de werving van weer zestig nieuwe examinatoren konden we de praktijkexamens helaas niet altijd binnen de afgesproken termijnen doen. Daarom werven we in dit jaar 112 nieuwe examinatoren.”
Examens verdelen
Eerder bleek al dat werkgevers bereid zijn om honderden euro’s extra te betalen voor het beroepsexamen, als hun werknemers op die manier nog een beetje op tijd hun examen kunnen afleggen. Rijscholen reizen dan af naar een examenlocatie elders in het land waar de wachttijd minder hoog is. Dat kost de kandidaat veel uren en dus ook veel geld. Toch hebben veel transportbedrijven dit geld ervoor over, als ze daarmee sneller een vrachtwagen kunnen laten rijden.
Om de beschikbare capaciteit voor de beroepsexamens zo eerlijk mogelijk te verdelen over de rijscholen, heeft het CBR dit jaar een nieuwe maatregel ingevoerd. Rijscholen kunnen het gewenste aantal examens aan CCV doorgeven. Vervolgens maakt deze divisie een verdeling van de capaciteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de hoeveelheid capaciteit die de rijschool vorig jaar heeft gebruikt. Wie meer examens wil dan vorig jaar, moet dit goed kunnen onderbouwen.
De examens voor het beroepsvervoer moeten worden ingekort, zodat er per dag een extra C- of D-examen kan worden afgenomen. Dat is het voorstel van de werkgroep ‘Eerlijke verdeling’ waar rijschoolhouders in vertegenwoordigd zijn, waaronder enkele Bovag-leden.
Alle grote opleiders hebben voor de maanden juli en augustus een examencapaciteit van 110 procent gekregen, meldt Bovag. “Voor sommige rijscholen is dit voldoende, maar voor een flink aantal rijscholen is dit echt te weinig.” Binnenkort moeten rijscholen voor september en oktober hun verzoek indienen. Door de examentijd in te korten van 85 naar 70 minuten, kan er elke dag een zesde C- of D-examen ingepland worden, is het idee van de werkgroep.
Tijd, geld en energie
Bovag meldt dat de brancheorganisatie zich intensiever is gaan bemoeien met de examencapaciteit. “BOVAG heeft rijscholen gevraagd waar zij het meeste last van hebben”, aldus Christa Grootveld, branchemanager Bovag Rijscholen. “Vervolgens heeft Peter Niesink, algemeen directeur van Bovag, een brief verzonden naar het CBR, gevolgd door een persoonlijk gesprek met algemeen directeur Petra Delsing. In dat overleg heeft Peter benadrukt dat het tekort aan examencapaciteit rijscholen veel tijd, geld en energie kost.”
Volgens Bovag blijft het CBR voorlopig de huidige mogelijkheden ‘finetunen’. De exameninstantie geeft aan dat een zesde examen wettelijk gezien niet mag. “De juristen van Bovag zien echter wel mogelijkheden en brengen dit nogmaals bij het CBR onder de aandacht.” Bovag benadrukt in de contacten met het CBR dat de 110 procent capaciteit een tijdelijke oplossing is, maar dat er een structurele moet komen om het examentekort op te vullen.”
25 procent meer examens
Het CBR heeft dinsdag het jaarverslag over 2017 gepubliceerd. Daaruit blijkt dat het aantal vrachtauto-examens ten opzichte van 2016 met maar liefst 24 procent is toegenomen. Het CBR noemt 2017 ‘een intensief jaar’, mede door de inspanning die wordt geleverd om de reserveringstermijnen binnen de norm te krijgen
Het exameninstituut laat weten dit jaar 112 extra examinatoren te werven, naast de 60 die vorig jaar aan de slag gingen. Toch gaat het wervingsproces langzamer dan gehoopt. Dat heeft te maken met de specifieke functie-eisen voor een examinator bij de divisie CCV.
De laatste cijfers van het CBR bevestigen het opnieuw: de vraag naar het rijexamen blijft maar groeien, in alle categorieën. RijschoolPro wil graag weten in hoeverre rijschoolhouders hun tarieven durven te verhogen nu de economie al sinds een paar jaar aantrekt.
Dat de grote vraag naar examens problemen oplevert, is bekend. De lange wachtrijen bij het CBR maken het plannen er niet makkelijker op voor ondernemers. Het capaciteitsprobleem is ook niet op korte termijn op te lossen. Maar heeft deze trend ook een positief effect voor de branche? Durven ondernemers hun lesprijzen te verhogen? Of is de concurrentie toch nog te groot in deze sector?
We horen graag wat jouw ervaring is. Vul hieronder de poll in:
Bovag Rijscholen heeft vanaf 11 juni een nieuwe branchemanager. Jos van den Broek neemt de werkzaamheden over van Christa Grootveld, die haar aandacht nu nog moest verdelen over twee branches, namelijk rijscholen en gemotoriseerde tweewielers (GT). Volgens Bovag was dat geen goede combinatie. Van den Broek gaat zich volledig richten op rijscholen.
“De afgelopen jaren moest de branchemanager van Bovag Rijscholen haar aandacht verdelen tussen de rijschoolbranche en de branche van gemotoriseerde tweewielers (GT). Dat bleek geen ideale combinatie”, schrijft Bovag. “Vandaar dat Bovag nu in de persoon van Jos van den Broek een branchemanager heeft aangesteld die zijn tijd volledig aan de afdeling Rijscholen kan wijden. Christa Grootveld combineert vanaf begin juli de afdeling GT met de afdeling Fietsbedrijven, hetgeen een veel logischer combinatie is.”
‘Geen onbekende’
Bovag gaat nu de afdelingen GT en Fietsbedrijven samenvoegen onder één branchemanager en voor afdeling Rijscholen een eigen branchemanager aan te stellen. Jos van den Broek start per 11 juni bij Bovag als branchemanager Rijscholen. “Jos is geen onbekende in de branche gezien zijn werkzaamheden voor het Instituut voor Duurzame Mobiliteit, wat onder Auto Recycling Nederland valt. Jos is hierdoor uitstekend ingevoerd in de mobiliteitsbranche en kent Bovag goed.”
Het initiatief voor de overstap komt van Grootveld zelf, meldt de brancheorganisatie. “Zij geeft aan zich met veel plezier in te zetten voor de rijscholenbranche en alle uitdagingen en vooral het contact met leden heel interessant en leuk te vinden. Maar tevens stelt zij vast dat het managen van de afdelingen Gemotoriseerde Tweewielerbedrijven en Rijscholen geen ideale combinatie is. Er is te veel verschil in type ondernemers, in de problematiek van de branches en in onderwerpendossiers. Bovendien is er zo veel te doen binnen de afdeling Rijscholen en voor de rijscholenbranche dat de 50 procent die Christa hiervoor beschikbaar heeft, niet voldoende blijkt.”
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt. Meer informatie over onze Cookies?
Recente reacties