De Landelijke Beroepsgroep Kwaliteitsbevordering Rijschoolbranche (LBKR) stoort zich aan de negatieve wijze waarop de rijschoolbranche de laatste tijd in het nieuws komt. Volgens de LBKR doet het CBR hier nog eens een schepje bovenop door te stellen dat 1.500 rijscholen ondermaats presteren. Dit is ongepast, vindt voorzitter Jos Post.
“Het CBR schuift de problemen die het met de lange wachttijden heeft af op het, volgens het CBR, te
lage slagingspercentage van een grote groep rijschoolhouders. Dit is geheel onterecht”, stelt Jos Post. “Het slagingspercentage ligt al jaren op hetzelfde niveau en is de laatste tijd niet verslechterd. Kortom: dit kan niet de reden zijn van de als maar oplopende wachttijden bij het CBR.”
Het CBR neemt extra maatregelen om de wachttijden terug te dringen. Enerzijds ligt de oorzaak van de problemen bij de aantrekkende economie. Anderzijds wijst het CBR naar de rijschoolbranche: “Het is schrijnend dat circa 1.500 rijscholen kandidaten naar het auto-examen laten gaan die verre van klaar zijn voor het rijbewijs. 70 procent van hun kandidaten zakt”, schreef het CBR in een persbericht. “En dat terwijl een verhoging van het slagingspercentage met maar enkele procenten (gemiddeld is het nu 50 procent) een einde betekent aan de langere wachttijden.”
‘Te kort door de bocht’
Het oplopen van de wachttijd is volgens de LBKR niet alleen aan de orde bij de praktijkexamens, maar is nog groter bij de medische afdeling van het CBR. Maurits von Martels, Tweede Kamerlid namens het CDA, stelde hier onlangs vragen over aan minister Cora van Nieuwenhuizen.
“Het slagingspercentage van rijscholen gebruiken als criterium om rijscholen te beoordelen op kwaliteit zoals het CBR nu doet, is te kort door de bocht”, zegt Post. “Ten eerste kunnen er verschillende redenen zijn waarom het slagingspercentage lager ligt. Soms is dit lage percentage ook tijdelijk. Nu baseert het CBR de uitspraken die zij doet over de kwaliteit op het slagingspercentage van het afgelopen jaar. Het kan zijn dat een rijschoolhouder die nu op een slagingspercentage van 30 procent zit het jaar ervoor op 80 procent geslaagden zat.”
De LBKR zou het daarom een goed idee vinden wanneer er ook naar een slagingspercentage over een langere periode werd gekeken. “Daarnaast zijn er rijscholen die gespecialiseerd zijn aan het lesgeven aan ‘bijzondere doelgroepen’. Denk bijvoorbeeld aan faal angstige, autistische- of leerlingen met een niet Nederlandse achtergrond. Vaak zijn het juist de ‘vakidioten’ die zich bezighouden met het opleiden van deze doelgroepen. Het is zeker niet aan het CBR om deze groep rijschoolhouders te beoordelen. Het CBR dient zich bezig te houden met het beoordelen van de rijvaardigheid tijdens het examen.Het beoordelen van de kwaliteit van rijscholen en rijinstructeurs behoort niet tot de taak van het CBR.”
Kwaliteitsregister
De LBKR ziet liever een kwaliteitsregister met een bijbehorende onafhankelijke
kwaliteitscommissie. “Een kwaliteitsregister stelt de professionaliteit van de beroepsbeoefenaars objectief en betrouwbaar vast en biedt daarmee een helder inzicht in de kwaliteit en beroepsbeoefening van werkende rijinstructeurs”, legt Post uit. “Deze werkwijze wordt ook in veel andere sectoren gebruikt om de kwaliteit te bevorderen en te bewaken.”
Wanneer het CBR of consumenten merken dat er bij een rijschool of rijinstructeur het één en
ander schort aan de kwaliteit van de opleiding of als er sprake is van bijvoorbeeld oplichting en seksuele intimidatie, dan is er op dit moment geen mogelijkheid om dit bij een onafhankelijke commissie te melden, merkt de LBKR-voorzitter op. “LBKR ziet daarom graag dat deze mogelijkheid er komt zodat er, indien nodig, passende maatregelen genomen kunnen worden.”
Lees ook: Rijscholen verbolgen over uitspraken CBR rond wachttijden
Bron: Verkeerspro Auteur: Nadine Kieboom Publicatie datum: Fri, 20 Apr 2018 07:55:00 +0000
Recente reacties